38
28 JANUARI 1918.
De heer SMITS vraagt, of hier niet schriftelijk moet
worden gestemd, wijl het over personen gaat.
De VOORZITTER zegt, dat het geen benoeming geldt,
zoodat hoofdelijk zal moeten gestemd worden. Allereerst
vraagt spreker, of de raad kan goedvinden den huur
prijs op f 300.per jaar te bepalen.
De heer BOGAARDT vindt het onaangenaam, dat in
dezen tijd de huiseigenaren de woninghuur gaan ver-
hoogen. Spreker meent, dat het ook niet op den weg
der gemeente ligt, het voorbeeld van de particuliere
huiseigenaren na te volgen. De huursom moet bepaald
worden voor normale tijden en onder normale omstandig
heden. Alleen dan, als de hypotheekrente verhoogd is
of de onderhoudskosten aanmerkelijk meer bedragen,
kan er aanleiding zijn tot verhooging van de huursom.
Die omstandigheden doen zich hier niet voor. Bovendien
vormoedt spreker, dat de huurcommissie, die nog gehoord
moet worden, wel bedenkingen zal opperen.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat burgemeester
en wethouders van oordeel waren, dat er voldoende
redenen voor bestonden om den huurprijs te verhoogen, nu
ook de huur van de andere woning boven de boterhal
is verhoogd De huurprijs zal aan de goedkeuring van
de huurcommissie worden onderworpen.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu be
sloten de woning onderhands te verhuren en
den huurprijs te bepalen op f 300,per jaar.
De VOORZITTER vindt er geen bezwaar in, nu er
5 aanvragers zijn, om tot schriftelijke stemming over
te gaan.