394 8 JUNI 1918. resultaat komen. Dan zou ik alleen dit willen voor stellen, als de Raad er zich mee wil vereenigen, dat het punt wordt aangehouden. De heer BOGMANS Mag ik dan eerst vragen M anneer ik die klachten schriftelijk indien, zullen ze dan op de vergadering komen en behandeld worden? En bestaat de mogelijkhe d dat de klasse-indeeling veranderd zal worden De VOORZII TER Steit U voor dat de Raad het besluit neme, dat Burgemeester en Wethouders worden uitgenoodigd de zaak nogeens te behandelen. De heer GRUI.JS Ik zou nog een opmerking willen maken na hetgeen U zegt in antwoord op wat de heer Bogmans zei. Het komt mij voor, dat ik het toc-h goed begrepen heb ik had ook eenige op- en aanmerkingen te maken op de regeling. dat hier wel blijkt, dat er wel advies is gevraagd aan de verschillende hoofden van de bedrijven over de indeeling, maar dat er geen rekening is gehouden met de bestaande Vakvereeni- gingen. En dat geloof ik toch wel, dat in de lijn ligt van den tegenwoordigen tij.l niet alleen maar ook in de lijn, zooals wij gedacht hebben, dat bij de vast stelling van loonen en regeling der werktijden, zooals hier tot stand zijn gekomen wel degelijk de Vakver- eonigirg.n in zijn gehoord. Als daar dus rekening mee gehouden was, geloof ik, dat het er wel eenigszins anders uit zou zien, dan het er nu uitziet, want onwillekeurig krijg ik den indruk en dat blijkt op stuk van zaken ook nil hetgeen U zelf zegt, dat waar dit een indeeling is, die Burg. en Wethouders hebben overgenomen van de betrokken hoofden der bedrijven, het wel afhankelijk is van de hoofden der bedrijven, welke royale of minder royale houding ze tegenover het personeel hebben ingenomen, waardoor deze of gene persoon in epn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 394