396 8 JUNI 1918. 13. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, naar aanleiding van de bedenkingen van ge deputeerde staten tegen de ingezonden verordening tot voorkoming van brand in gebouwen van oudheidkun dig of ander bijzonder belang, voorstellende aan die bedenkingen tegemoet te komen en de verordening op nieuw vast te stellen, zooals zij in ontwerp is over gelegd. Niemand der leden hiertegen eenige beden king te kennen gevende, wordt dienovereen komstig besloten. 14. Schrijven van gedeputeerde, staten, houdende bedenkingen tegen de ingezonden verordening op de heffing van een plaatselijke directe belasting naar het inkomen. Dij dit schrijven is gevoegd hat volgend praa-advies van burgemeester en wethouders Ingekomen is het hierbijgevoegd schrijven van ge „deputeerde staten dezer provincie, waarin enkele „bedenkingen worden geopperd tegen de door Uwen ..Kaad vastgestelde verordening op de heffing eener „plaatselijke directe belasting naar het inkomen. „Naar aanleiding daarvan hebben wij de eer U het „volgende mede te deel en. ,,A r t. 26. Met deze opmerking gaan wij aceoord. „zoodat wij U in overweging geven in bedoeld artikel „te lezen tot en met 30 April. Art. 27 In art. 245 der gemeentewet is o.a. be- „paald, dat ter zake van hoofdverblijf in de eerste „15 dagen van de maand van verhuizing in de ge' „meente van vertrek niet wordt bijgedragen. „De wet bepaalt echter niet, hoe gehandeld moe „worden bij verhuizing in de laatste 15 dagen „van de maand, zoodat de mogelijkheid niet is uitg(- sloten, dat iemand,, in de, tweede helft van „maand verhuizende, zoowel in de gemeente van aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 396