28 JANUARI 1918. 39 De heer HORNIX heeft hiertegen bezwaar en meent ook, dat de wet zich daartegen verzet, wijl het eene zaak geldt, waarover mondeling moet worden gestemd. Spreker doet hiertoe het voorstel. De heer BOGAARDT meent, dat het hier geldt het doen eener keuze. Het gaat hier over eene delicate kwestie en daarom had spreker deze zaak liever in besloten vergadering behandeld gezien. Nu dit niet het geval is, voelt spreker zich verplicht om ook in het openbaar zijne stem te motiveeren. Het voorstel van den heer HORNIX om over deze zaak mondeling te stemmen, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren Z ij 1 m a n s, Kluft, Cerutti, Bossers, Gruijs, Bogmans, Hornix, Moll, Cr am er us. Lijdsman, Broos, Bom, F e b e r, van B a v e 1, S t u 1 e m e ij e r, van D ij k en van den Biggelaar. Tegen waren de heeren Smits, Bogaardten Kant er s. De heer BOGAARDT wil thans ook de gronden aangeven, waarom hij zijne stem zal uitbrengen voor den heer Rombouts. Spreker is het niet eens met hen, die meenen, dat er een gemeentebelang mede gemoeid is. Als hij daarentegen de verdiensten weegt van een jongeman tegenover een 75 jarige, die meer dan 20 jaren het honden baantje van wethouder voor een schijntje geldt heeft waargenomen op eene wijze, die boven ieders lof verheven is, dan vindt spreker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 39