404 8 JUNI 1918. De heer VAN IERSEL Waarschijnlijk niet één. De heer HORNIX Dus het is geen onbillijkheid, wanneer de oorlogswinst afgetrokken wordt, ten op zichte van andere belastingbetalers. De VOORZITTER Dan komt U bij degenen, bij wie oorlogswinst wordt afgetrokken. Dat punt, daar is eon beslissing overgevallen. Hier wordt de billijk heid even naar voren gebracht van aftrek van oor logswinstbelasting. en daarover zou heel wat in het midden te brengen zijn. De heer BOSSERS Is het mogelijk, dat we nu kunnen gaan navorderen op de oude manier d. w. i- dat we over de jaren '15, '16 en '17 te weinig betaalde belastingpenningen gaan verhalen op de wijze, zooals toen in "15, '16, '17 van kracht was, onder de om standigheden, waaronder we toen leefden. De nage vorderde gelden die toen te weinig betaald zijn wanneer dit het geval is, vind ik, dan moeten ze be taald worden op de wijze, zooals toen de belasting geheven werd, dan is er geen kwestie van oorlogs winstbelasting of aftrek. Dan moet het gevorderd worden op de wijze zooals toen de belasting geheven werd. De VOORZITTER: De terugwerkende kracht wordt geregeld door de nieuwe verordening men kan terugvorderen volgens het percentage, dat geheven werd in de toenmalige belastingperiode. De heer BOSSERS Volgens dat systeem behoeven we dan over de oorlogswinstbelasting niet te spreken. Er was toen bij de toenmalige heffing van den hoof- delijken omslag geen kwestie van aftrek van oorlogs winstbelasting, die was nog niet van kracht. Nu vraag ik, is het mogelijk dat wij hier in den Raad besluiten, dat we navorderen over '15. '16 en '17 op de wijze, zooals toen ter tijd de belasting geheven werd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 404