8 JUNI 1918. 409 seningen van ik bij de meening, dat de oorlogswinstbelasting moet worden afgetrokken, overigens sluit ik mij gaarne aan bij den heer H o r n i x. De heer BOGAARDT Mijnheer de Voorzitter Een enkel woord slechts, naar aanleiding van de thans gehoorde mpeningen van anderen ten aanzien van het al dan niet aftrekken der oorlogswinstbelasting. Ik geloof, dat er een communis opinio bestaat van al de menschen, die op het gebied van belastingen eenige kennis van zaken hebben De heer SMITS Maniakken De heer BOGAARDT dat het principe van aftrek zooals van de oorlogswinstbelasting niet is goed te keuren. Ik heb mij dan ook in de vorige vergade ring te dien aanzien uitgesproken, maar heb het niet van den Raid kunnen winnen. Het doet mij genoegen dat het blijkt dat ik in goed gezelschap ben. Een heel andere kwestie is, ook al is men principieel juist, of de zaak zelf voor- of nadeelig is voor de betrok kenen. Men kan zeggen dat 50 veel te hoog is voor de industrie, dat men genoegen kan nemen met 30 dat zijn allemaal bijzaken, maar het principe waar het gaat, lijkt mij billijk en rechtvaardig te zijn, n.l. dat geen aftrek plaats heeft. De heer SMITS De heer B o g a a r d t zegt, dat naar zijn opinie de aftrek niet te verdedigen is, maar hier hebben we ook al weer de zienswijze van iemand, die t op zijn wijze eenzijdig inziet, zooals kamer leden Ik geloof mijnheer de Voorzitter dat de heeren spijt hebben dat ze niet vroeger begonnen zijn, dan was de 30 er ook niet op gekomen. Men voelt toch dat er een zeer immoreele druk inzit De heer BOGAARDT Mag ik daar even op ant woorden De heer Smits is geloof ik, precies vlak

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 409