40
28 JANUARI 1918.
er iets stootends in, om in dit geval zoo iemand te
passeeren- Spreker acht zich gelukkig, dat zich thans
de gelegenheid voordoet om de verdiensten van een
man als de heer Rombouts op deze wijze te
kunnen beloonen.
De heer HORNIX wijst erop, dat bij den heer
B e e k e r s reeds een paar maanden geleden verwach
tingen zijn opgewekt.
Het voorstel van den heer HORNIX om de woning
op de gestelde voorwaarden onderhands te verhuren
aan den heer L. M. Beek er s, commies ter secretarie,
wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen
met 12 tegen 8 stemmen.
Vóór stemden de heeren Smits, Gruijs, Bog-
mans, Hornix, Moll, Cramerus, Lijdsman,
Broos, Feb er, Kanters, van Ba vel en van Dijk.
Tegen waren de heeren Z ij 1 m a n s, Kluft,
Cerutti Bossers, Bom, Bogaard t, Stule-
meijer en van den Biggelaar.
De heer HORNIX wenscht nog met een enkel
woord terug te komen op het verwijt van den heer
S t u 1 e m e ij e r, dat hij zich zou hebben schuldig ge
maakt aan inconsequentie. Spreker meent, dat de heer
Stulemeijer zelf schuldig staat aan partijdige con
sequentie, waar hij in eene vorige vergadering heeft
gezegd, dat er niet met gevoelsargumenten mag wor
den gewerkt.