414 8 JUNI 1918. de noodige gegevens, anders zou de gemeente er nooit achter kunnen komen. De heer ZIJLMANS Feitelijk zouden we dan niet kunnen beginnen, voor de inkomens door het Rijk definitief vastgesteld zijn. We zouden moeten wachten, tot de aangifte definitief vastgesteld is. 't Zou dan toch nog geruimen tijd duren, voor we aan de dubbeltjes kwamen. De VOORZITTER Ik geloof dat U zich de zaak verkeerd voorstelt. Er kan van gemeentewege eerst een primitieve aanslag plaats vinden, die wordt later vergeleken met die van het Rijk en dan wordt later nagevorderd. Ik kan U voorleggen een lijst van belastingschul digen, die minder hebben opgegeven in '17 voor de gemeente dan voor het Rijk. Dat kan gecontroleerd worden door vergelijking met het Rijkskohier en over het verschil kan later nagevorderd worden. De heer ZIJLMANS Ja, mijnheer de Voorzitter dat is mij volkomen duidelijk, maar het is de vraag, wanneer daar een eind aan komt. Er zijn posten bij, d e lang kunnen duren. De heer SMITS We hebben 3 jaar tijd, om de Rijksinkomstenbelasiing te vergelijken met de aangifte van de belastingplichtigen en dus om na te vorderen, maar we hebben veel langer tijd om terug te betalen ten opzichte van de oorlogswinstbelasting, daar hebben we 3 jaar tijd voor, dus nadat de porlogswinstbelasting is vastgesteld. De inkomstenbelasting wordt betrekke lijk vlug genoeg vastgesteld, en het Rijk heeft ook altijd recht van navordering. De gemeente zal het we intijds binnenkrijgen, maak u daar maar niet onge rust over. Ik doe het voorstel, om bij art. 44 toe te voegen, dat de aftrek van O. W. belasting ook veroorloofd is voor zoover het betreft de navordering, waartoe ai 32 gelegenheid geeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 414