416
8 JUNI 1918.
,,van den Berg Hz., handelende onder de firma
,,v a n den B e r g en Co. gevestigd te Breda, ver
doekende de verordening op de aanstelling, de schor
sing en de vervallenverklaring van makelaars (ge-
meenteblad no. 263) te wijzigen in dien zin. dat ook
„elders wonende personen, wier onderneming te Breda
„gevestigd is als beëedigd makelaar kunnen worden
„aangesteld.
„Met de Kamer van Koophandel en Fabrieken, wier
„advies hierbij wordt overgelegd, zijn wij van oordeel,
„dat art. 62 van het Wetboek van Koophandel zich
„tegen die wijziging verzet.
„Het eerste lid van dat artikel luidt „Makelaars
„zijn door het plaatselijk bestuur aan
gestelde tusschenliandelaars."
„Met plaatselijk bestuur kan hier niet anders be
vloeid zijn dan het bestuur der gemeente, waar do
„aanvrager woonplaats heeft.
„Dit klemt te meer, wijl de wet geene enkele be-
beperking dienaangaande bevat, zoodat iedere ge-
„mecnte bevoegd is al dan niet tot de aanstelling van
„makelaars over te gaan.
„Ook laat de wet de makelaars volkomen vrij hun
„beroep in verschillende gemeenten uit te oefenen.
„Bovendien zijn de gevallen, waarin volgens het
„Wetboek van Koophandel schorsing of vervallenvei-
„klaring van een makelaar vereisclit wordt, van dien
„aard, dat eene behoorlijke controle voor het gemeen
tebestuur niet wel mogelijk is, indien personen tot
„makelaar worden aangesteld, die elders hunne woon-
„plaats hebben.
„Wij hebben de eer U mitsdien in overweging 'e
„geven op het adres afwijzend te beschikken.
Zonder bedenking wordt dienovereenkotn
stig besloten.