8 JUNI 1918.
417
18. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening van
ontvangsten en uitgaven van het gemeentelijk pen
sioenfonds over het dienstjaar 1917, vergezeld van de
daarbij behoorende bescheiden.
De VOORZITTER stelt voor, deze rekening tot on
derzoek en rapport te stellen in handen eener com
missie van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
raad, dat de VOORZITTER deze commissieleden zal
aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd
de heeren Hornix, van den Biggelaar en
B o s s e r s.
19. Schrijven van de commissie voor de gemeente
lijke bank van leening alhier, daarbij ter goedkeuring
aanbiedende de rekening van ontvangsten en uitgaven
van gemelde instelling over liet laatst afgeloopen jaar,
vergezeld van de vereischte bescheiden.
De VOORZITTER stelt voor, deze rekening even
eens tot onderzoek en rapport te stellen in handen
eener commissie van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
raad, dat de VOORZITTER deze commissieleden zal
aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd
de heeren van den Biggelaar, Bom en
G r u ij s.
20. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij, met overlegging van het rapport van den
accountant H. S p a r r i u s, ter vaststelling aanbie
dende de rekeningen van de gasfabriek en de water
leiding over 1917, vergezeld van de daarbij behoo
rende bescheiden.
De VOORZITTER geeft in overweging deze reke
ningen mede tot onderzoek en rapport te stellen in
randen eener commissie van drie leden.