420
8 JUNI 1918.
M. Quint, S. P. Schleijer, Ch. M. J. J. Smits, A. J.
van Son, W. P. Swering, E. Tonkes-Struijf, W. H.
Tromp, J. J. van Wiechen, A. J. J. M. Wiercx,
Chr. van Aller, P. J. C. M. Chamot, H. N. C. van
Ginkel. H. F. J. Kessels, J. W. J. F. M. Klep,
B. L. E. M. Klunne, J. F. Mortens, J. A. W. Luppes,
H. B. A. van Peer en P. A. Sprangers.
De heer KANTERS Ik zou een vraag willen stel
len is daar een systeem bij gevolgd, bij het opmaken
van die groepen, of is het maar willekeurig gedaan,
bij lotitag
De VOORZITTER Neen, niet bij loting. Er is zoo
veel mogelijk systeem gevolgd, doch het is mogelijk,
dat er fouten in geslopen zijn wanneer U meent, dat
er veranderingen moeten aangebracht worden houd ik
mijaanbevolen voor Uw opmerkingen.
De heer FEBER Wanneer ik zoo vrij mag zijn
een opmerking te maken het was beter den heer
van lersel aan te wijzen als voorzitter van het
stembureau dan den heer Z ij 1 m a n s wanneer men
afgaat op de anciënniteit als raadslid.
De heer ZIJLMANS Ik ben er niets op gesteld.
De heer BOGAARDT: Mijnheer de Voorzitter! Het
zal U bekend zijn, dat ik zelf zeer betrokken ben bij
de a.s. verkiezingen, en ik heb mij op het standpunt
gesteld, noch direct, noch indirect, zoowel bij de voor
bereiding als gedurende de verkiezingen, eenigen in
vloed uit te oefenen op de verkiezingen, zelfs niet
den schijn te wekken van invloed te zullen uitoefe
nen. Dus hoe gaarne ik het anders zou willen doen,
ik zou U willen vragen of erop gerekend kan worden,
dat bij de bezettijng van de stembureaux mijn plaats
wordt vervuld door den plaatsvervanger.
De VOORZITTER Ik zou U in overweging wil
len geven Uw naam te laten staan, maar dat U bij-