8 JUNI 1918.
425
meening niet uit de verordening blijkt, dat de Raad
iels te zeggen zou hebben over den directeur en dat
in art. 2 te lezen is, dat het staat onder de secretarie,
dus onder burgemeester en wethouders en daaruit
blijkt m. i. heel duidelijk, hoe de' heele opzet van deze
verordening is, terwijl uit de verordening, door de
commissie overgelegd, duidelijk blijkt het tegengestel
de. n.l. dat het een zelfstandige instelling moet wor
den, met een zelfstandig man aan het hoofd en een
commissie van bestuur, en dat is ook de eenige/manier,
waarop een Arbeidsbeurs behoorlijk werken kan.
Wanneer iemand, die den naam heeft van directeur,
tenslotte staat onder den secretaris en dien als chef
zal krijgen, is het niet meer mogelijk, dat hij zelf
standig werken kan. Ik heb eens in „Gemeentebelan
gen'' opgezocht, hoe het in andere gemeenten geregeld
is en dan vind ik in Den Haag ook een directeur met
een commissie van bestuur, in Amsterdam en Ensche
de eveneens, in Dordrecht is een Arbeidsbeurs voor
de Binnenschipperij op dezelfde manier opgericht en
dan vraag ik, waarom wij niet hetzelfde systeem zou
den volgen.
De heer FEBER Mijnheer de Voorzitter Ik heb
den heer van Iersel zooeven hooren zeggen, dat
door de commissie, die nu ontslag genomen heeft, is
ingediend geworden een voorstel en een begiooting
daarbij en nu zou ik er toch wel prijs op stellen, (al
thans wanneer van de zijde van burgemeester en wet
houders geen bezwaar daartegen bestaat) dat dat voor
stel met de begrooting van de commissie vermenig
vuldigd en aan de leden toegezonden werd. Ik stel er
prijs op, daarvan kennis te nemen en het te toetsen
aan het ontwerp, dat ons wordt voorgelegd, en in ver
band daarmee zou ik willen voorstellen het voorstel
aan te houden zoo urgent is het toch niet.
De VOORZITTER Ik zou even naar aanleiding
van het in 't midden gebrachte het volgende willen op-