28 JUNI 1918.
427
met plannen te komen en met het Werkloozenfonds
in onderhandeling te treden? Ik heb gezegd: dat mag
ik van de commissie niet vergen, het ligt op den weg
van ons College de zaak voor te bereiden, en wanneer
ze zoo voorbereid is, dat. ze verder behandeld kan
worden, om dan bij de Commissie te komen en te zeggen:
leden van de Commissie van de Arbeidsbeurs kunt
ge U met het voorstel vereenigen
Toen het voorstel, zooals het door burgemeester en
wethouders voorgesteld, gereed was, toen was de
commissie demissionair, zoodat we niet meer bij de
commissie konden aankomen.
En wat nu het voorstel zelf betreft M. i. ging het
voorstel van de commissie van de verkeerde gedachte
uit, dat de Commissie zou moeten zijn een commissie
van bestuur, dat de Commissie van Bestuur daarnaast
zou moeten hebben een directeur en verdere ambte
naren. Het wilde mij voorkomen, dat de arbeidsbeurs,
zoo goed als het Werkloozenfonds, zou moeten zijn
een tak van gemeentedienst, een zelfstaudige tak van
gemeentedienst, ressorteerende onder burgemeester ert
wethouders. Waar de raad een dergelijk lichaam in
t leven roept, waar burgemeester en wethouders met
de uitvoering van alle mogelijke verordeningen belast
zijn, is het m. i. niet mogelijk en ook niet gewenscht,
dat de uitvoering van een bepaalden tak van dienst
als de Arbeidsbeurs aan een speciale commissie wordt
opgedragen, en we hebben dan ook bij het ontwerpen
van deze verordening gevolgd de verordening, die
onlangs nog in den raad is goedgekeurd voor het
Werkloozenfonds en die van dezelfde gedachte uitgaat;
het werkloozenfonds is een geheel zelfstandige tak
van gemeentedienst, ressorteerende direct onder bur
gemeester en wethouders, aan het hoofd waarvan men
heeft een secretaris of directeur en daarnaast een
commissie van advies. Vandaar, dat ook alle moge
lijke officieele stukken gewisseld worden door burge
meester en wethouders.
Wat nu de vraag betreft, of de directeur zal zijn