430 8 JUNI 1918. deelen dat toen de heer N c 1 i s s e n wegens ziekte een paar weken verlof kreeg alle brieven gewoon op de lessenaar gelegd zijn (er waren zelfs telegrammen bij) en er geen hand naar uitgestoken is om ze open te maken. Al dergelijke dingen hebben ons doen be sluiten ontslag te nemen, omdat we ervoor bedankten als 5de rad aan den wagen gebruikt te worden, een uitdrukking, die misschien niet parlementair is, maar in ieder geval juist. De VOORZITTER Ik meen den heer van I e r s e 1 te moeten opmerken, dat hij de plank misslaat, waar hij zegt, dat de verordening was ingediend voor de commissie demissionair was. De heer VAN IERSEL Dat zei ik niet mijnheer de Voorzitter Ik zei alleen, dat de verordening dooi een ambtenaar uitgewerkt is, nadat wij niets van de verordening gehoord hadden. Mij dunkt het had op den weg van burgemeester en wethouders gelegen, als ze zich niet met de verordening konden vereenigen, ruggespraak te houden met de commissie en kennis te geven van de wijzigingen, die ze wenschten. De VOORZITTER Maar dan diendo de verordening toch eenige vastheid te hebben, eerder kon toch de commissie niet gehoord worden. De heer VAN IERSEL Maar om de verordening vast te leggen, dient toch de commissie gehoord te worden. Als er een commissie is, die 3 jaar de arbeids beurs geleid heeft, al heette ze dan ook commissie van Advies, dan mag toch het advies van die com missie eenig gewicht hebben. De heer STULEMEIJER In het college van bur gemeester en wethouders is er niemand, behalve de burgemeester misschien, maar van de wethouders zeker niemand, die iets weet van de wijze waarop de ar beidsbeurs beheerd wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 430