8 JUNI 1918. 435 kwestie we gaan hier een beginsel neerleggen. Tel kens kan zich een dergelijk geval herhalen en dan zou op dezelfde wijze uitgekeerd moeten worden. Daarom moeten we een lijn vaststellen, die we dan ook moeten volgen. De heer STULEMEIJER Ik geloof, dat we ook niet uit het oog moeten verliezen dat de menschen in de uren, die ze anders voor de gemeente werkten, ook iets kunnen doen. De heer BOGMANS Ik moet dit toch even recht zetten de menschen kunnen 's avonds niets anders doen. Daarop hebben ze niet gerekend en niet kunnen rekenen. Ze moeten werk gaan zoeken en dat gaat zoo gemakkelijk niet. De heer STULEMEIJER Ze hebben tijd genoeg, om zich voor te bereiden. Als je een nieuwe gasfabriek gaat bouwen, zou je ook alle stokers op het volle loon moeten stellen. De heer BOGMANS Wanneer het dan een proef tijd gold, zou ik ook met een voorstel komen. Het geldt nu een proeftijd van 3 maanden. Het voorstel van den heer B o g m a n s wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 11 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de lieeren Z ij 1 m a n s, B o s s e r s, H o r n i x, Cramerus, L ij d s m a n, Broos, Feber, Bogaard t, Kanter s, Stulemeijer en van I e r s e 1. Voor waren de heeren Kluft, G r u ij s, Bog- m a n s, Bom, en v a n D ij k. De heeren Smits en Moll waren bij deze stem ming afwezig. 26. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij in overweging gevende, om in verband met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 435