444 8 JUNI 1918. De heer CRA1MERUS Het mag niet gloed giaan De heer ZIJLMANS Het mag heel goed gaan, eik Raadslid zou dat graag Hen, maar de kwestie is deze, U schijnt telkens boos te worden, als men eens om in lichtingen vraagt. De heer CR1AMERUS Ik apprecieer het ten zeerste. De heer ZIJLMANS U moet U niet boos maken ik vinid toch dat wij ais Raadsleden iniHehtinjgen kun nen vragen en als U dan doodeenvoudig antwoordt, het is zus of zoo, dat vind ik het goed. Maar het is juist, zooals ik het mij Voorstelde, definitief is) het niet, het i's maar een figuratief winstcijfer. De VOORZITTER Definitief kunnen we nietmee- deelen, wat betaald zal worden, dat moeten we af wachten. Zon,der verdere bedenking wordt gemeld orverziciht alsnu voor kennisgeving aangeno men. 34. De VOORZITTER Tenslotte wou ik naar aanleiding van een brief, die burgemeester en1 wethou ders hebben overgelegd van den Dir. der Gasfa briek aan den Raad voorstellen om in beginsel te besluiten tot gedeeltelijke electrificatlie van de gjejmieente. De heer HORNIX Ik zou alleen burgemeester en wethouders wililen bedanken voor de gtoede zorg(en|, die zij besteed hebben aan mdjn vraag en de wijze,,waa;L'- op ze daarover beschikt hebben. Zonder bedenking wordt alsnn, besloten overeenkomstig het voorstel des voorzit ters. Rondvraag: 35. De heer STULEMEIJER Ik wil, nu de hee- ren door 4 uur ver|g|fideren wel wat vermoeid zu,lien zijn, de kwestie van de veiling liever laten ru^ en. Mag ik daartegenover misschien aan bu|rgpmeester en wethouders vragen, om in de volgende Raadsvergade-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 444