8 JUNI 1918. 445 giaan gaan, elk te is deze, ens om in- in zeerste, s maken ijgen kun- tntwoordt, ar het is Si het niet. niet mee- n we af- lt gemeld aangeno- ik naar n wethou- G a s f a- ginsel te 2$mieente. ester en >rg|en|. die ze„ iwaap.*- besloten o r z i t- i de hee- 1 zullen i rug en. ester en svergade- ring zoo mogelijk te komen met voorstellen betreffende de veiling De VOORZITTER Wanneer we antwoord hebben van bet Bestuur zullen wij direct met een voorstel komen. 36. De heer HORNIX Mijnheer die voorzitter. In een der plaatselijke bladen is dezer dagen gezegd naar aanleiding van een bericht, betreffende den slager Moe- [ands, dat de wethouder Cramerus gelogen heeft. Zou ik mogen weten, hoe dat eigen],ijjk zit en wat er van die bewering! waar is. De heer CRAMERUS Het doet mij wèl genoegen dat de heer H o r n, i x deze zaak hier ter sprake brengt, want mijin peitsoon in die le plaats is daar op minder aangename wijze, kan ik haast zeggen door de Bredasche Courant in ter sprake gebracht, maar bovendien dat hiermee de reputatie van een man ge moeid is, die tot heden, ik kan het gerust zeggen, voor de gemeentebelangen 'een open oog gefhad heeft, en ik zou er niet veel woorden over vuil makend maar de wijze, waarop de zaak in dat blad behandeld is, is zoo walgelijk, dat een fatsoenlijk mensch er genoeg van zou krijgen dat blad verder te lezen. Ik apprecieer het in den heer H o r n i x, dat hij niet), zooals misschien anderen, den uitleg van/ dat blad voor waar oprteemt en ik dank Item voor het vertrou wen, dat hij in mij stelt. Mijnheqr de voorzitter Dat blad heeft reeds meer dere malen blijk gegeven te weigeren, te bevoegjïer plaatse inlichtingen in te winnen aangaande het le- venrniiddelertbedrijf en al wat maar gevonden kan worden om dit bedrijf aan te tasten, wordt met beide handen aangegrepen, om maar critiek uit te oefenen. Wilde dat blad eens ter bevoegder plaatse iinformee- m] omtrent zaken, die haar aangebracht worden, Mijnheer de voorzitter ik hen overfuftg)l, dan zouden dergelijke berichten niet verschijnen, maar och ja, wanneer ze informeerden en het bleek, dat er geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 445