28 JUNI 1918. 463 In art, 6 van de voorgestelde verordening is opge nomen do bepaling ,,De opneming van den Meter geschiedt in den regel eens per maand, doch kan, zoo de directie dit noodig oordeelt, meerdere malen ge schieden."1 Als toelichting wordt daarbij gezegd: „Voor de controle is het noodig enz. Mijnheer de voorzitter Ik geef toe, dat er wellicht redenen zijn, waarom die controle behoort te geschie den, maar dit artikel is, naar het mij voorkomt, over genomen uit de andere verordening, en,naar ik meen, is hier niet rekening gehouden met de bizondere om standigheden van het oogenblik. Op het oogenblik wordt het gasverbruik gerantsoeneerd de gasverbrui- kers ontvangen een dagrantsoen, aan gas. Nu is het do gewoonte van de verbruikers, dat ze zeggen, dat ze met het gasrantsoen rondkomen; berekend over een maand. Het gaat toch niet aan, mijnheer de voorzit ter om elk oogenblik van den dag en eiken dag den meter op te nemen Het gebeurt in een huishouding heel dikwijls, dat de keukenmeid misschien een beetje onvoorzichtig is geweest, of dat men bij een familie feest een enkelen avond wat meer gas heeft gebruikt dan brengt de praktijk mee, dat men tracht te be zuinigen op het gas op de daaropvolgende daeen, waardoor het mogelijk wordt, dat men toch beneden het gasrantsoen kan blijven bij het einde van de maand. Is het de bedoeling, dat bij tusschentitjdsche opname alleen rekening wordt gehouden met het dagrantsoen Dan hangt iederen gebruiker het gevaar boven het hoofd, dat hij op een gegeven oogenblik 1 o'f 2 M3. moer heeft gebruikt en de draconische maatregel op hem wordt toegepast, dat het gas wordt afgesneden. Ik zou daarom een meer geruststellende verklaring venschen van U, mijnheer de voorzitter of dat wer kelijk de bedoeling is, dat die tusschentijdschei opname geschiedt met het oog op het nakomen der bepalingen omtrent de gasrantsoeneering, of dat het meer de be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 463