28 JUNT 1918.
471
De heer G r u ij s heeft een amendement ingediend,
om in de le plaats in art. 2 de periodieke verïioogin-
gen te veriuoeirderen met 2, zoodat het maximum-sala
ris zal worden gebracht op f 1750.
Burgemeester en wethouders kunnen zich met dit
amendement nieit vereenigen, in de le plaats, omdat de
kosten, daaraan verbonden, zeer hoog zouden zijn,
maar in de tweede en voornaamste plaats, omdat bur
gemeester en wethouders meenen. dat. wanneer het
maximum gebracht wordt op f 1550.dat we dan een
salaris hebben voorgesteld, dat inderdaad vergeleken
mag worden ook met de salarissen, die in andere ge
meenten gegeven worden en dat uitgaat boven het
salaris, dat wordt voorgesteld door den inspecteur van
het Lager Onderwijs
Wat nu betreft het tweede amendement, op art. 4.
daaraan zijn burgiemeester en wethouders tegemoetge
komen door zelf ,voor te stellen, om de vergoeding) voor
het geven van handwierkonderwijs te bepalen op
f 150.—.
Het 4e amendement van dien heer G r u ij s betreft
art. 8. Art. 8 spreekt over de verg#oedihg! vootr huis
huur aan het hoofd eener school. In de oude verorde
ning stond daarvoor bepaald f 350'. Burgemeester
en wethouders liehben gemeend, liet voorstel van de
Comm. te moeten overnemen en ook te moeten voor
stellen, om die vergoeding, te bepalen op f 350.
Naar aanleiding van meiedeeh'rigpn van hoofden, van
scholen, die er direct bij betrokken zijn, hebben bur
gemeester en wethouders gemeend le moeten meegaan
met het voorstel van den heer G r u ij s, omdat er in
derdaad een onbillijkheid geschapen wordt ten opzich
te van de hoofden van scholen, wanneer de vergoeding
voor huishuur blijft bepaald op f 350. Er is n.l.
gebleken, dat de woning, die door een bepaald hoofd
wordt gebuurd, geschat wordt voor de personeole be
kisting op f 450.— terwijl hij slechts vergoed krijgt
f 350.Om daaraan tegemoet te komen, liehben bur-