476
28 JUNI 1918.
dat hij wel in zou zien, dat het toch niet aangaat om
te zeggen Kijk eens, je hebt dit wel gevraagd,,maar
we zullen je toch nog meer geven. Burgemeester en
wethouders hebben met dit voorstel getoonld zóóver te
willen gaan als ze maar eenlgszins gaan konden.
Daarom zou het mij ernstig spijten, ook voor de om
derwijzers, wanneer er maar het minste vlekje kwam
op het voorstel van burgemeester en wethouders.
Nog een enkel woord over de handwerk-onderwijze-
rossen, die niet in vasten gemeentedienst en wèl in
vasten gemeentedienst zijn. Ik zal me niet verzetten
tegen het voorstel van burgemeester en wethouders,
ik wil alleen maar zeggen, hoe de gedachtegang is.
die de Salaris-commissie gevolgd heeft de Salaris
commissie heeft gezegd het is toch niet o n billijk,
dat een handwerkonderwiijzieresdie een vaste betrekking
heeft bij de gemeente, en als zoodanig een vast sala
ris, dat die voor enkele uren meer werk minder be
zoldiging ontvangt, dan een handwerkonderwijzeres,
die g(een vaste gemeeimtebetrekikin g heeft en duis uit een
andere betrekking gerujkt moet worden. Maar waar de
kwestie niet van zóóveel belang is, kan ik me wel met
het voorstel vereenigen.
Mijnheer de voorzitter Het voorstel van den heer
G r u ij s, om de woningihuur te verhoogen met f 100,
juich ik ,ten zeerste toe en ik geloof, dat alle leden van
de Salaris-commissie dit doen en dat ik daaraan toe
voegen moet, dat het een omissie is geweest van de
Salaris-commissie, dat die niet voldoende daaraan heeft
gedacht, ook aan d,e stijging, van de huurprijzen en
aan het feit, dat in de naaste toekomst niet zoo gemak
kelijk aan woningen te komen zal zijn.
Mijnheer de voorzitter. De wijziging in art. 9.'door
den heer G r u ij s voorgesteld, daar kan ik mij per
soonlijk zeer goed mee vereenigen het bezwaar, wa,t
U daarover oppert, is te ondervangen, wanneer aan
hetgeen de heer G r n ij s voorstelt, wordt toegevoegd
dit uitsluitend ter beoordeeling van burgemeester en
wethouders. Ik geloof, dalt dan aan het bezwaar wordt