28 JUNI 1918.
477
tegemoetgekomen. Mijnbeer de voorzitter Ik geloof,
dat ik verder n^ets te zegg)en heb en hiermee voldoen
de mijn meening heb gezegd.
(Het amendement van den heer Gruijs op art. 2
wordt niet ondersteund.)
Amendementen 2, 3, overgenomen door burgemees
ter en wethouders; omtrent amendement op art. 9 zegt
de VOORZITTER Het college heeft geen bezwaar te
lezen ,of naar het oordeel van burgemeester en
wethouder^ een elglen huishouding blijven voeren''.
De aldus gewijzigde verordening wordt vervolgens
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De verordening regelende de belooninig voor
het geven van, herhalingeondierwijs wordt even
eens zonder bedenking aangenomen.
26. Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling eener nieuwe dit|u rvebi j al a greglel in g. voor
gemeenteambtenaren, werklieden, agenten van politie
en daarmede gelijkgestelde beambten, met de daarop
door de heeren B o g a a r d t en G r u ij s ingediende
amendementen..
De VOORZITTER Burgemeester en wethouders
heb'ben overwogen, in hoeverre wijziging gebracht
moet worden in de duur ^bijslagen voor ambtenaren en
beambten.
Burgeaneester en wethouders hebben in de le plaats
de vraag gesteld, of de bilslag diende verhoogd te, wor
den over de geheele lijn en toen hebben burgemeester
en wethouders, mede in verband met de verhooging
van de jaarwedden van het personeel, da,t voor een
groot deel f ÏOQO.of minder verdiende, in verband
daarmee een verhooging van den bijslag niet noodig
geoordeeld. Alleen meenden burgemeester en wethou
ders, dat ze nog moesten terugkomen op een vroeger
voorstel, waarbij niet was voorgesteld een vaste duur-