28 JUNI 1918. 481 Zonder eenigen twijfel wordt de duurte gevoeld door alle categorieën van ambtenaren, van de gjroote tot de kleine. Men kan zich nu bij de toekenning van een duurtebijslag stellen op tweeërlei standpunt Men kan een duurtetoeslag toekennen uitsluitend en alleen ter tegemoetkoming in de duurte van de meest noodzakelijke levensmiddelen en dan komt men tolt de Consequentie, dat het natuurlijk over de geheel© lijn noodzakelijk is. De distribuitieragelingen zijn er op ingleriöh|, om iedereen, hetzij, dat hij fortuinlijk is of niet fortuinlijk, precies naar dezelfde mate op te nemen. Zelfs de Centrale keuiken, mijnheer de voorzitter, is voor iedereen bereikbaar voor denzelfden prijs. Ik meende dus, dat men goed deed, om een gelijk bedrag toe te kennen aan hen, die het meeste hebben en hen, die het minste verdienen. Maar, nu is er een ander standpunt in te npmen, een standpunt, dat rekening houdt met den we'stand. De welstand van den ambtenaar, ja, mijnheer de voor zitter dan moet men komen met ruimere bedragen en mag niet worden ontkend, dat, wil men leven, zooals men in 1)913 'vóór den oorlog, geleefd heeft, men noo- dig heeft het dubbele salaris, mijnheer de voor zitter, daar gaat niets van af wanneer men naast de levensmiddelen rekent, al wat noodig is voor het leven, je huishuur, je belasting;, je courant, je reizen, tluxe- uijgaven heeliemaal buitengesloten,) alleen datgene, wat n o o d z a k e 1 i jk is, dan kan men zonder eenigen twijfel komen tot het resultaat, dat de prijzen met 109% zijn gestegen. Men zou dan moeten, komen tot een bijslag van 100 en al zijn dan de salarissen tent-lotte met 50 verhoogd, dan blijft er nog 50 over, die men nog zou moeten toekennen Ik vrees, dat de gemeentekas dat niet zou kunnen dragen. Het moet zijn en blijven een tegemoetkoming een tege moetkoming ook voor de welstandsduurte. Wanneer wen npemf. een werkman, die vroeger gemiddeld f 10 verdiende,- en nu f 15 door verhooginig yvan safaris, en hij moet kuulnen leven volgens zijn stand, want ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 481