484
28 JUNI 1918.
gen, dat de salarissendie we daar juist hebben vast
gesteld voer de onderwijzers en die geen rekening! hou
den met die f 100.dat die op zichzelf voldoende ge
acht kunnen worden, normale salarissen, en dat alles,
wat het Rijk bovendien geeft,, mag beschouwd worden
als een toejslag, dat, wanneer men bij de salarissen
door den Raad vastgesteld, bijtelt, hetgeen ze van het
Rijk krijgen, en daar zou nog bijkomen een toeslag,
dat/ dan de onderwijzers in veel gunstiger conditie
zouden komen dan de andere ambtenaren.
De heer GRUIJS Mijnheer de voorzitter Aan de
toelichting van het door mij ingediende amendement op
het voorstel van burgemeester en wethouders over het
onderwerp D u( u| r t e b i j s 1 a g heb ik niet veel
meer toe te voegen. Toch weniech ik op en|kele pun
ten in de toelichting door buirgejmeester en wethouders
bij het door hern ihgediegide voorstel het licht 'te doen
vallen. Waar bu'rgemeester en wethouders zeggpn, dat
ziïj hun vroeger ingenomen standpunt handhaven,
waarbij werd uitgegaan van het beginsel dat nu dooi
den nood der tijden, niet enkel de kleipe ambtenjaren
daarvan den druk gevoelen, maar ook de ambtenaren
met een'inkomen van meer dan f 1ÜOO.onder dien
druk gebukt gaan en mededeelen, dat het thans voor
al de ambtenaren met een salaris van f 10)30.tot
f 20001 zijn, die door den langen duur der buitenge
wone omstandigheden van den heer schend en nood het
meest te lijden hebben, doet he't vreemd aan uit de ge
maakte berekeningen te zien, dat slechts 3S ambtena
ren van de voorgestelde regeling profiteeren op een
corps van 232 gehuwde en 62 ongehuwde ambteniaren,
beambten enz., en dat om een sprekend voorbeeld te
nemen, een gehuwd ambtenaar met een inkomen van
b.v. f 3000.— f 1501vooruitgaat door de voorgestelde
regeling en een gehuwd ambtenaar met een inkomen
van b.v. f 1300.f 30.— vooruitgaat. De regeling
door burgemeestier en wethouders ontworpen is dan
ook meer een w<elstan)ds duur iebi jsïagr egel in g, dan