488
'28 JUNI 1918.
Mijnheer Je voorzitter U liebt in Uw antiwoord aan
den heer Bogaardt gezegd, dat bet zóó berekend
is, dat ambtenaren met een klein salaris meer zouden
krijgen dan ambtenaren met een groot salaris, maar
wanneer ik de bijslagfregidling goed bekijk, is hetizoo,
dat ieder ambtenaar met een groot of klein sajlaris het
zelfde percentage krijgt.
Ik zou voor een uniforme bijsla gr egel'ing meer voe
len het moet zijn; een tegemoetkoming in de duurdere
levensomstandigheden. En wat nu de heer B o-
g a a r d t heeft gezegd, dat het leven 100 duurder
is geworden ik wiil me heel graag inicompieitent ver
klaren om dit te beaordieo'en, ik geloof dat er heel
weinig mensehen zijn, die de gegevens hebben daar
voor, maar ik geloof, dat, wanneer men rekening
houdt met de verschillende levensmiddelen, die worden
beschikbaar gesteld, en met het feit, dat verschillende
artikelen niet meer te krijgen zijn, en men zich die
dus moet ontzeggen, dan geloof ik dat dit percentage
wel wat overdreven is.
Men kan toch eerder het cijfer aannemen, dat door
do vakvereeniigiingen is genoemd en niet heel lang ge
leden door den heer Wibauit in Amsterdam, die nll.de
veijhoogjng stelde op 50 a GO en ik g|el'o<of, dat men
met dat percentage dichter bij de werkelijkheid is dan
met 1010%
Indien het waar was, dat heit 100 duurder was
geworden, geloof ik, dat die toeslag, zooals zelfs de
heer Bogaardt die wil geven, nog niet voldoende
was en daardoor komt de heer Bogaardt volgens
zijn berekening ook tekort.
De heer BOGAARDT Het is een tegemoetkoming!
De heer STULEMEiIJER En wanneer de heer B o-
g a a r d t dan spreekt van een tegemoetkoming, dan
zeg ik, dat het niet mogjel'ijk is om een werkmap, die
vroeger een klein inkomen geihad heeft en nu nietige-