28 JUNI 1918.
493
ik voor mij1 ben er vaist van overtuigd, dat het sys
teem alleen door alle RpaflsleJen is omhelsd, omdat
indertijd de nieuwe loonregeling voor arbeiders en po
litieagenten zoolang was uitgeblevenIk herinner ine
die weerden van den heer S t u 1 e m e ij e r ,,Dan
ben ik er ook voor" toen hij de vraag stelde aan den
voorzitter, of die nieuwe loonregeling nog langer zou
uitblijven en toen daarop door den voorzitter werd
geantwoord „dat kan nog wel eeniige vergaderingen
duren"
De heer S'TULEMEIJER Maar ik ben er niet ge
weest, op die vergadering.
De heer CRAMERUS Pardon, mijnbeer St u le-
me ij er. dat moet n dan maar'eens nakijken.
Ik ben vast overtuiigü. dat dit voor het meörendeel
van de Raadsleden het motief geweest is om de uni-
fornneregieling te aanvaarden. Waar we z'en, in welke
gemeente van Nederland, daar kan ik niet constatee-
ren,, dat een dergelijke regeling beeft plaats gehad.
Laten we dan iedereen hetzelfde salaris geven, wan
neer de tijdsomstandigheden voor ieder hetzelfde zijn.
Ik ben het absoluut niet met de heeren eens, dat een
ambtenaar, die veel meer een stand op te hou/den heeft,
zooals de heer B r O' o s terecht heeft gezegd, niet wat
méér toeslag zou mogen hebben, althans een toeslag
overeenkomstig het salaris. Ik ben het er niet mee
eens, dat voor iedereen de duurte van denzel'JSden aard
is. Mijne heeren Wanneer we nagaan, de- verschil
lende toeslagen er worden beschikbaar gesteld scho'e-
nenbons, leerbons, sajet e a. Steeds hoort men ook
m dezen Raad stemmen opgaan tot behartiging, van de
belangen uitsluitend van den kleinen man, en ik voel
er véél voor om die te helpen, maar óók, om de amb
tenaren te helpen, die niet klagen, en als ze
klagen, is bet ook hoog noodig. Wanneer men die
gezinnen gadeslaat, ziet men dat de nood ten top ge
stegen is en het gnat niet aan, om de menschen, die
m dienst van de gemeente zijn, en de belangen van