496 28 JUNI 1918. De heer BOGAARDT Ik geloof, dat we ons be wegen! temidden van de discussie van 27 Auiguistus. Wanneer men de notulen, van die vergadering: npleeet, lean men opjmerken,, dat hier eigenlijk niets nieuws te tierde is gebracht. De kwestie loopt alleen over het systeem en het misverstand, dait uit die disicujssie ge boren is, is gieliegen in het volgjen. van het «ene of;hef andere systeem. De heer Broos heeft bij de verde diging van zijn standpoint het systeem gpvolgjli van den weistandjsduurtetoeslag en ook de heer Cramerns, 'maar de andere heeren en ook ik hebben oh den 27en Augustus ons gpsteld op het standppnlfc van' den levens- behoef ten-duiurfè-toeslag en, mijnheer de voorzitter, ik heb dan ook vooraf gpzegid, dat men, nu eenpnaal die zaak is uitgevochten hier in den Raad. die consequen ties mioet aanvaarden, dat men het beginsel moet hand haven, dat het nflet aiangaait, om den eenen keer op te bouwen en den anderen keer af te breken dan kun nen Wie hier wel dagjeilipiksi vergaderen. De heer FEBER Als je toch ziet, dat je je ver gist hebt De heer BOGAARDT Ja, mijne ueeren als men zich vergist heeft, dan kan men dat verbeteren, maar dan moet men sterkere argumenten hebben, dan hier zijn gebruikt. En., mijnlheer de voorzitter men kan verbetering brengen door de bedragen, die zijn toege kend, te verho ogen. Nu wordt opgemerkt door den heer C r a mj e r u s in andere gemeenten gebeurt het toch ook Ja, mijnheer de voorzitter ik weet dat heel goed, maar ik meen, dak de autonomie en het zelfbestuur van de gemeenten daarin is gelegen, dat binnen de gren zen!, door de wet toegekend, iedere gemeente recht heeft een eigen regeling te ontwerpen, we hebben niet precies te volgen, wat andere gemeenten doen. De duurtetoeslag'en, door het Dept. van Koloniën vooi

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 496