542
27 JULI 1918.
Zonder bedenking wordt alsnu besloten over
eenkomstig het voorstel des voorzitters.
13. Prae-advies van burgemeester en wethouders op
het adres van J. van den Berg, eervol ontslagen
agent van politie in deze gemeente, om toekenning van
een aanvullingspensioen, luidende als volgt
,,In het hierbijgevoegd adres verzoekt J. van den
,,B erg, eervol ontslagen agent van politie der le klasse
,,in deze gemeente, hem een pensioen te verleenen,
strekkende tot aanvulling van dat, hetwelk door hem
„ingevolge de Pensioenwet voor de Gemcetnteambte-
naren 1913 wordt genoten.
„Naar aanleiding van dit verzoek hebben wij de eer
,,U het volgende mede te deelen.
„Bij; Koninklijk Besluit van 28 Juni 1918, No. 55, is
„aan adresyant, met ingang van 1 Maart 1918 een jaar-
„lijksch pensioen verleend van f 342,Voor de in
„dienst dezer gemeente doorgebrachte jaren is in dit
„pensioen begrepen een bedrag van f 314,hetwelk
„de gemeente jaarlijks in het Rijksfonds moet storten
„(artikel 68, eerste lid, der wet).
„Ingevolge artikel 1 der Verordening ex artikel 71
„der genoemde wet (gemeenteblad No. 231, sub C),
„heeft van den Berg aanspraak op een aanvullings-
„pensioen van de gemeente. I)it aanvullingspensioen zal
„bedragen eene, volgens artikel 6, tweede lid, sub b,
„der Verordening te berekenen som, verminderd met
„bovengenoemd bedrag van f 314,
„Daar belanghebbende méér dan 20, doch minder* dan
„30 jaren in dienst dezer gemeente heeft doorgebracht,
„bedraagt bedoelde som de helft van het gemiddelde
„van den pensioensgrondslag over de laatste vijfjaren,
„alzoo de helft van f 785,of f 392,50 het aanvul-
„lingspensioen zal dan zijn te bepalen op f 362,50
„f 314,f 78i,50 of afgerond naar boven op f 79,—.
„Mitsdien hebben -wij de eer U voor te stellen aan
„J. v a n den Berg voornoemd, met ingang van 1
„Maart 1918, ten laste van het gemeentelijk pensioen-
