27 JULI 1918. 557 zeggen burgemeester en wethouders, dat zij in beginsel tegen aansluiting geen bezwaar hebben, mits voldaan wordt aan nader te bepalen voorwaarden. In den aan hef van artikel 5 zie ik, dat de op te leggen taak uit een te stellen waarborgsom zal verhaald kunnen worden. Ik zóu U willen vragen, mijnheer de Voorzitter ten eerste, of bij eventueele liquidatie der N. V. en open baren verkoop der terreinen er voldoende zekerheid bestaat, dat. de nieuwe eigenaars zich aan deze ver plichting zullen houden, m. a. w. wordt hierdoor voor alle latere rechtverkrijgenden een servituut geschapen 2o. Heeft de N. V. bij eenvoudige liquidatie zonder verkoop het recht de waarborgsom terug te vorderen De VOORZITTER Op het oogenblik wordt alleen voorgesteld door burgemeester en wethouders, om in beginsel te besluiten op 3 genoemdo voorwaarden, en dat, zoodra aan deze voorwaarden is voldaan definitief zal worden besloten tot uitvoering van de aansluiting. Dan kan de weg, aangegeven door de gezondheidscom missie een leiddraad zijn, maar op het oogenblik zijn de voorwaarden nog niet aan de orde. De heer VAN DEN BIGGELAAR Is het mogelijk, dat er met een en ander rekening gehouden wordt De VOORZITTER Ja, het zal dan zeer zeker onder de oogen gezien moeten worden het zijn cardinal e punten. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 22. Schrijven van burgemeester en wethouders, daar bij ter behandeling aanbiedende het laatste gedeelte van het 2de rapport alsmede het 3de rapport van de commissie uit den raad, belast geweest met het instellen van een onderzoek naar de salaris- en loonregelingen van ambtenaren, beambten en werklieden, in dienst der gemeente, luidende als volgt „Wij hebben de eer U hierbij ter behandeling aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 557