27 JULI 1918. 577 geschied op een tractement van f 3000 f 4000 op voorstel van burgemeester en wethouders in overleg met de com missie van de gas- en waterleiding. Toen is staande de vergadering besloten het voorstel in zooverre te wijzigen, dat „met het oog op de inrichting van het electriciteits- bedrijf, enz. het salaris werd bepaald op f 4000 i. p v. f 3000. Dat is gebeurd enkele dagen, voordat de salaris com missie vergaderde en de salaris commissie heeft ook ge zegd het salaris is pas ter hand genomen, dus we zullen het hier niet bespreken. En nu komt weer het verband We hebben thans benoemd den directeur van Openbare Werken en daarvoor achtte men een salaris van f 4500 voldoende en wanneer men nu den directeur van de licht- bedrijven, wat toch een gelijksoortige grootheid is, zooveel meer geeft, dan vind ik dat het verband geheel verbroken wordt en daarom, mijnheer de Voorzitterkan ik niet meegaan met het voorstel van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER: Het wil mij voorkomen, dat dat geen bezwaar ig maar ik wil nog op iets anders wijzen. Toen het salaris is vastgesteld op f 3000 a f 4000 zijn in den Raad stemmen opgegaan, om het toen reeds te ver- hoogen, omdat men betwijfelde geen goede kracht te kunnen krijgen. Nu is gebleken, dat we een goede kracht hebben kunnen krijgenlaten we die nu behouden, omdat 't zeer in 't belang van het bedrijf is. De heer CERUTTIIk zeg nogeensik apprecieer ten zeerste zijn bekwaamheid, maar wanneer we om iemand te behouden, altijd het salaris moeten verhoogen, kunnen we wel aan den gang blijven. Het verband met den directeur van Openbare Werken vjordt bier verbroken. Anders moeten we den directeur van Openbare Werken, als die blijkt geschikt te zijn, ook verhoogen. De heer STULEMEIJER: Ik geloof, dat die verhooging ook wel grond vindt daarin, dat in andere gemeenten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 577