07 JULI 1918. 581 naar. aanleiding van wat de heer Stulemeijer zegt, dat men natuurlijk eerder een goede kracht zal krijgen voor f 3500 als voor f 3000; men zal met f 3000 niet zoo ge makkelijk iemand krijgen die al commissaris geweest is in een andere gemeente. Men zal zich dan moeten behel pen met een inspecteur uit een andere gemeente. Dan zou het m.i. het beste zijn het te brengen op f 3500 f4000. De heer STULEMEIJER: Dan komen we ook gedeelte lijk tegemoet aan het voorstel van den heer 8 m i t s. Aldus wordt besloten. De VOORZITTERIk wensch thans niet langer te wachten met hulde te brengen aan de commissie voor de salaris-herziening voor het hoogstbelangrijke en zeer uitge breide werk, dat zij heeft verricht. In drie uitgebreide rapporten, welke een leiddraad zijn geweest voor burge meester en wethouders, heeft die commissie het resultaat van haar arbeid neergelegd. Wanneer burgemeester en wethouders van de voorstellen der commissie in sommige opzichten zijn afgeweken, is dit slechts een gradueel ver schil. Burgemeester en wethouders hebben gemeend in sommige gevallen eenige hoogere salarissen te moeten voor stellen, hetgeen vooral een gevolg is van den langen tijd, die sedert de indiening der rapporten is verloopen en ook op grond van andere overwegingen, waarmede de commissie zich ten slotte heeft kunnen vereenigen. Ik breng dan ook van deze plaats mijn hartelijken dank aan de commissie en in het bijzonder aan den voorzitter, die de leiding in handen heeft gehad. De vergadering betuigt hare instemming met het ge- sprakene door den voorzitter. 23. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aanvaarden eener steunregeling ten behoeve van de werk- loozen in het bakkersbedrijf, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 581