27 JULI 1918.
599
De lieer CERUTTIIk wou alleen maar opmerken, dat
het voorstel van den lieer Bogaardt een beetje praema-
tuur is. We zouden eerst moeten uitmaken, of liet voorstel
van den opslag aangenomen wordt; daarna komt de wijze
van opslag pas ter sprake.
De lieer BOGMANS: In de le plaats zou ik erop willen
wijzen de heer Crame rus heeft zicdi zeker verkeerd
uitgedrukt, toen hij zei, dat B o g m a n s niet voor de arbei
ders wou zorgen. Ik heb zelfs willen zorgen ook voor de
ongeorganiseerden. Ik heb verstaan, dat hij gezegd heeft
Bog mans wou niet eens voor de arbeiders zorgen.
Dan nog een opmerking: Ik hoor den heer Lij ds man
zeggen, dat de Gemeente door het opdoen van aardappelen
van een groote zorg af zal zijn, maar wanneer die coöpe
raties zoo groot zouden zijn, geloof ik, dat ze dezelfde op
slagplaatsen moeten hebben, die nu de gemeente heeft en
dan zal de coöperatie er niet zoo goed voor kunnen zorgen
en de arbeiders ermee bedrogen zijn.
De heer CKAMERUS: Ik stel er prijs op, om nog even
terug te komen op wat ik gezegd heb over particuliere
belangen. Het zou mij spijten, als de lieeren Bogaardt
en anderen er de conclusie uit getrokken zouden hebben,
alsof ik gemeend had, dat de lieeren hier hun particuliere
belangen op het oog hebben. Ik wenschte alleen maar te
zeggen, dat juist door de ongelukkige tijden en de schaarschte
ieder allicht, wanneer er een voorstel wordt gedaan om
meer te krijgen, geneigd is om te zeggen: dat grijp ik aan
met beide handen, omdat ze denken: dan ben ik voorden
winter klaar
Niet, dat ik wil zeggen, dat de heer Bogaardt en
anderen, die het stelsel verdedigen van opslag, alleen hun
particuliere belangen beoogen. Verder wil ik den heer
Bog mans even zeggen, dat wat ik gezegd heb, is dit:
Le heer Bogaardt wilde voor de arbeiders zorgen, heeft