27 JULI 1918.
603
Vruchtendrogerij alhier, ten aanzien van de levering van
electrische energie.
De heer BOGAARDT: Mijnheer de Voorzitter! Het zij
mij vergund een enkele vraag te stellen. Toen indertijd
door den Raad besloten is om over te gaan tot electrificatie
van een deel van onze stad, werd daarbij in uitzicht gesteld,
dat electrieiteit zou worden geleverd door enkele fabrieken
bij name toen genoemd. Met name was genoemd de N. V.
Groentendrogerij. En nu zou ik de vraag willen stellen,
waar het eigenlijk de kwestie is op de goedkoopste wijze
levering te verkrijgen van electrieiteit, of ook onderhandeld
is met andere fabrieken, b. v. de Bierbrouwerij „De drie
hoefijzers". Is dat ook gebeurd voor men met deze N. V.
in overleg is getreden. Wat is dan de reden, mijnheer de
Voorzitter! zijn de voorwaarden zooveel slechter?
De VOORZITTER: Het contract bevat de meest gun
stige voorwaarden.
De heer HORNIX: Maar wanneer dan door onvoorziene
omstandigheden stagnatie komt in de levering, zon het toch
wel aanbeveling verdienen als reserve een fabriek te hebben.
De VOORZITTER: Burgemeester en wethouders zijn
te dien opzichte actief en zullen trachten daarin te voorzien.
Wij zouden natuurlijk liever gehad hebben een contract
met 1 fabriek en een reserve contract.
De heer BROOS: Dat zou kolossale financieele offers eischen.
De heer KANTERSKunt U mij ook zeggen of er al
iets aangeschaft is, kabels, enz.? Ik vraag het juist daarom,
dat ik in hetzelfde krantje, dat ik zoo straks heb aange
haald een interview lees met den heer van Rossum
uit Amulet dam.
(Voorgelezen door spreker.)
Hieruit zou blijken dat de Nederlandsche kabels niet