3 SEPTEMBER 1918'. 619 Ik vind ze juist des te hatelijker, omdat ze bedekt zijn. De Raad moet het beneden zich achten, dergelijke din gen ih behandeling te nemen. De VOORZITTER U kunt natuurlijk als lid van de K. v. K. dat schrijven volkomen naar waarde schat ten dat kunnen wij niet. Mij dunkt, dat het juist) goed is, dat de K. v. K. haar licht erover laat schijnen en ons meedeelt, wat ze meent dat Lioodig is, waarna de zaak ook helderder voor den Raad zal zijn als nu, na de eenzijdige voorstelling door de heeren C h a m o t. Dat lijkt me in 't be'ang van de K. v. K. óók. De heer VAN 1ERSEL Ik vind, dat de Raad zich niet moet bezighouden met dergelijke brieven, die eigenlijk meer persoonlijk dan zakelijk zijn. De heer HORN IX Ik wensch het idee van den heer Van Iersel te steunen. Het betreft een schrijven, dat vooruitloopt op een beslissing, die nog genomen moet wordein, en dit schrijven heeft geen an der doel dan een zijdelingschen aanval op den Voor- z i tl t e r van de K. v. K. Ik ben er ook vóór het schrij ven ter zijde te leggen. De heer SMITS Het spijt mij, dat ik het met de heeren niet eens kan zijn. We hebben in de vorige vergadering eerst een klacht van de heeren C h a m o t tot onderzoek gekregen, omdat er zoo overdreven lang ge wacht werd, voordat d'le heeren op een verzoek om aan stelling als makelaar antwoord kregen. Mij dunkt, dat de zaak, waar het om gaat, veel gewichtiger is dan de bijkomstige omstandigheid van het schrijven vato de h.h. C h a m o t en nu kan ik me begrijpen, dat iemand, wanneer hij denkt, dat hij benadeeld is, zich een oogen- blik laat gaan door persoonlijke overwegingeü en dat is te betreuren, maar aan den anderen kant, een feit is het, dat de K. v. K. onnoodig lang wacht, om advies te geven in deze zaak en dat is naar mijn bescheiden meening ook niet in den haak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 619