634
3 SEPTEMBER 1918
maar bovendien droog hout op zichzelf geelt veel meer
verwarming.
We hebben tot dusverre van den heer Cramer us
slechts één argument gehoord om het hout op te rui
men en dat is voor het stelen, maar ik vind het van
zoo weinig belang, dat ik me daardoor niet laat ver
leiden om te zeggen ik ga het verkoopen.
Er is nog een tweede kwestie waaneer we ermee
blijven zitten, hebben we kans, dat we verlies ijden,
maar wanneer werkelijk de need aan den man komt
en we hebben het noodig, dan vind ik dat we er veel
gemakkelijker overheen zullen stappen, en het den min
der gegoeden tegen lagen prijs zullen geven, als wan
neer we al het hout even duur moeten verkoopen.
Als we een strengen winter krijgen en we hebben
hout noodig, dan zulle'n we kolossale prijgen moeten
betalen.
Nu wil de heer Cramerus diegenen in de gele
genheid stellen, die in aanmerking wenschen te komen.
Ik weet niet, in hoeverre dat strijdt met de kwestie van
de aardappelen, maar de personen, die hout willen
koopen, kunnen het elders wel krijgen dus ik zou
zeggen laten die trachten het elders te koopen, maar
laat de gemeente de reserve, die ze heeft, bewaren.
De heer GRUIJS Aan hetgeen de vorige spreker
gezegd heeft, heb ik niet veel meer toe te voegen. Ik
blijf dus bij mijn voorstel, om het hout niet ie ver
koopen.
De heer CRAMERUS Mijnheer de Voorzitter
Ik wenschte alleen maar op te merken, dat het quan
tum te groot zal zijn om het uitsluitend te bewaren
voor degenen, die daarvoor om zekere redenen in aan
merking zouden kunnen komen. We kunnen toch niet
aannemen, dat er totaal geen steenkolen zullen zijn of
briketten we zijn toch niet uitsluitend aangewezen op
den voorraad hout van de gemeente.
Ik ben er zeer vóór, om een gedeelte op te ruimen
en de menschen gelegenheid te geven he voor den win-