3 SEPTEMBER 1918. Vóór waren de heeren Cerutti, Moll Crame- r u s, L ij d s m a n, Broos en Van den B i g g e- laar. De VOORZITTER Mag ik dan aannemen, dat de Raad goedkeurt, dat de voorraad blijft zitten tot de nood aan den man kom'; en het in 't belang van de in gezetenen gedistribueerd moet worden. De heer CERUTTI Wanneer komt de nood aan den man Verleden winter heeft een massa zonder brand stof gezeten. Was dat nog niet voldoende De VOORZITTER: lk geloof, dat u het aan het beleid van burgemeester en wethouders kunt overlaten, dat die met voorstellen komen, als de tijd daar is. De heer HORNIX Ik zou even willen vragen, of ook met zagen doorgegaan wordt met hei oog op de waardevermindering van het hout. De VOORZITTER Het wil mij voorkomen dat de hoeveelheid, die gezaagd is, niet van dien aard is dat we ons daarmee in een eventueelen noodtoestand kunnen redden. De heer CRAMERUS We kunnen in elk ge val doorgaan met zagen van hout, dat toch niet voor andere doeleinden geschikt is. 25. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van den Nederlandschen Slagersgëzellenbond en van den R. K. SlagersgeJlellenbond St. Joris, afdee- ling Breda, verzoekende het voor Breda bestemde vee in meerdere slachtplaa sen te doen slachten en waarin wordt voorgesteld aan adressanten te berichten, dat aan hun verzoek geen gevolg kan worden gegeven. De heer GRUIJS Ik herinner mij niet juist, wat de kwestie is, er is zooveel te lezen geweest maar heb ik het goed, dat van Ministerszijde bepaald wordt, dat maar in één slachtplaats geslacht mag worden?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 638