640 3 SEPTEMBER 1918. Ik zou dus den wethouder willen verzoeken als het mogelijk is, uit de bestaande slagersvereenigingen aan de commissie, die op hei oogenblik werkzaam is toe te voegen 1 of 2 leden, wa ik geloof, dat gunstig zou werken. De heer CRAMERUS Zooals de heer Van den B i g g e 1 a a r uit de stukken heeft kunnet; zien, bestaat op 't oogenblik reeds een kleine commissie, die bij de vleeschdistributie en anderszins door mi' wordt geraadpleegd. Die commissie beslaat uit 4 leden, uit elke- gemeente 1 slager en voor Breda is aangewezen de voorzitter van de EPedasche slagersvereeniging. Ik wee)', niet, in hoeverre het nuttig zal ziin de commis sie uit te breiden maar als de heer Van den B i g- g e 1 a a r het wenscht, wil ik het graag in ernstige over weging nemen om er enkele leden bij te nemen. Zonder bedenking wordt alsnu besloten over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 27. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van de plaatselijke commissie uit de arbei dersbeweging voor de levensmiddelenvoorziening, ver zoekende van gemeentewege over te gaan lot de distri butie van ongebleekte katoen. In dit prae-advies wordt voorgesteld, om de door het Koninklijk Nationaal steuncomité beschikbaar gestelde kanen te laten verwerken tot hemden en beddelakens en deze ten behoeve van de arbeidersgezinnen te doen distribueeren. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten. 28. Adres van B. C. Speekenbrink te Breda daarbij ontheffing verzoekende van art. 14 der bouw verordening voor deze gemeente, ten behoeve van eene verbouwing van het pand aan de Korte Brugstraat no. 11.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 640