3 SEPTEMBER 1918. 647 De heer CERUTTI Dan moe'en burgemeester en wethouders verklaren, dat het bij publieke verpachting niet meer zal opbrengen. De heer CRAMERUö Ik vraag me af wie zal het willen hebben. Wie wil de kans loopen, om er na 6 maanden af te moeten De heer CERUTTI Ik stel voor de helf1: meer. De VOORZITTER Het is maar een stukje van 1% a 2 bunder. De heer CERUTTI Ik vind dat het een beginsel kwestie is. Wat we met die woning doen die jarenlang bewoond is geweest door den oud-secretaris, moeten we ook met de landerijen doen. De VOORZITTER Het zal er toch van afhangen, wat de oorspronkelijke huur was. De huur van de woning is buitensporig 'aag, doordat die al 24 jaar zoo was, maar dit pandje is 2 jaar geleden gekocht dit was de bestaande huur bij dezen particulieren eige naar, dus men kan aannemen dat f 195 zeker voldoen de was. De heer CERUTTI Dat zal ook wel ee'i oude toe stand zijjn geweest. Als burgemeester en wethouders zekerheid hebben, dat hij niet'; meer wil geven, dan is het nog de vraag zal het bij openbare verhuring niet meer geven. De VOORZITTER Het huis is slecht. Wanneer de gemeente een nieuw huis moet zetten, zou dat heel on verstandig zijn omdat het terrein gauw een andere be stemming zal krijgen. Ik kan nie t beoordeel en, of de man per bunder f 100 of f 150 m-oe' betalen, daarvoor ben ik niet genoeg in dat bedrijf. Maar wenscht u er eea voorstel van te maken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 647