B SEPTEMBER 1918.
P. van denBiggelaar, H. J. H. Hor
nix, P. G. G r u ij s en H. J. Moll.
38. Voorstel van burgemeester en wethouders tot
herziening van de salarissen van het personeel der am
bachtsschool, luidende als volgt
„In Uwe vergadering van 27 Juli jl. kwam ter tafe
„een voorstel om, in afwachting van de reorganisatie
„van het vakonderwijs, eene voorloop ige salarisregeling
„tot stand te brengen ten behoeve van het onderwijzend
„personeel aai) de ambachtsschool.
„In verband met de daartegen in den boezem van
„den raad geopperde bedenkingen werd dit voorstel
„doer ons teruggenomen, teneinde alsnog te overwe
gen, in hoever aan die bedenkingen behoorde te wor-
„den tegemoet gekomen.
„Naar aanleiding hiervan hebben wij ons gewend to;
„den inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, die ons,
„desgevraagd, te kennen gaf, dat er geen bezwaar be-
„stond om nu reeds eene voorloop;ge regeling van de
„salarissen van het personeel der ambachtsschool tot
„stand te brengen, daarbij echter in overweging geven-
„de, om de regeling niet al te zeer te doen afwijken
„van den vastgestelden leiddraad voor de bezoldiging
„van het onderwijzend personeel, verbonden aan van
„Rijkswege gesubsidieerde ambachtsscholen, wijl anders
„dé vrees bestond, dal daarop de vereischte goedkeu
ring van den Minister niet zou verkregen worden.
„In dien leiddraad worden de leeraren onderscheiden
„in leeraren met- en zonder de vereischte bevoegdheid
„en leeraren dile zonder bevoegdheid toch eene vaste
„benoeming kunnen bekomen, omdat zij uitsluitend on
derwijs in de praktijk geven.
„Op grond van een en ander hebben wij de eer U
„in overweg'hg te geven de jaarwedden van het onder
wijzend personeel aan de ambachtsschool, te rekenen
„van 1 Juli 1918 vast ie stellen z/ooals op bijmaan
den staat is aangegeven, met bepaling, dat aan de op
„dien datum in functie zijnde leeraren zal worden uit-
„betaald eene extra-uitkeering ten bedrage van het ver-
