654 3 SEPTEMBER 1918, „schil tusschen de totale bezoldiging door hen genoten „van 1 Januar' 1918 tot en met 30 Juni 1918 en het „bedrag, dat door hen gedurende het tijdvak zou zijn „genoten indien de hierbedoelde salarisregeling op 1 „Januari 1918 in werking ware getreden. „Voor zoover ten gevolge van meerdere dienstjaren „of van het verkrijgen eener akte M. O. een leeraar „aanspraak zou kunnen maken op verhooging van wedde, „zouden wij tevens bepaald willen zien. dat de aan spraak op die verhooging zal ingaan cp den eersten „dag der maanden Januari, April, Juli of October, vol gende op of eventueel samenvallende met dien, waar- „op een twee-, vier-, zes-, acht-, tien of twaalfjarigen „dienst is vervuld, of waarop de vereischte bevoegdheid „is verkregen. „Wijl, zooals hiervoor reeds is medegedeeld, het in „onze bedoeling ligt aan deze salarisregeling slechts een „voorloopig karakter toe te kennen, zouden wij tevens „bepaald willen zien, dat deze regeling van kracht zal „blijven, totdat zij door eene definitive zal zijn ver hangen, hetgeen in verband met de voorgenomen reor ganisatie binnenkort zal moeten plaats hebben. „Ten slotte wenschen wij te doen opmerken, dat ten „aanzien van de salarisregeling van den concierge der „ambachtsschool en teekenschool b'ti kbaar eene vergis sing heeft plaats gehad. „In het 3de rapport van de salariscommi.ssie pag. 2G „staat, dat deze beambte een salaris geniet van f 500. „benevens eene vergoeding van f 75,wegens gemis „van vrije woning. De commissie stelde voor het salaris „te bepalen op f 70Ö,en de vergoeding voor woning- „huur te doen vervallen. „Overeenkomstig dit voorstel is door den raad besloten. „Nadien is gebleken, dat de betrokkene genjet a te „concierge van de ambachtsschool f 520,-j- f 60', „vergoeding voor woninghuur en als portier van de tee- „kenschool f 130,f 15,vergoeding voor woning- „huur, samen alzoo f 725,—. „Wij hebben de eer U derhalve in overweging te ee-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 654