676
21 SEPTEMBER 1918.
een degelijk zakenman, die op eerlijke wijze zijn zaak
behartigt. Ook spreker heeft bij pas benoemde make
laars wel bordjes gezien van hypotheekbanken.
De heer CERUTTI zegt, dat blijkens het advies de
K. v. K. eischt, dat de makelaar b.v. verzekeringen ter
beurze kan sluiten. De heer C h a m o t heelt dit ech
ter meermalen gedaan, o. m. een bepaalde fabriek op
Rotterdamsche beurspolis verzekerd. Ook heeft hij op
aanvrage van den weihouder Cramerus premie
voor f 40.000 hout ter beurze aangevraagd. Spreker
stelt voor, het advies terug te zenden aan de K. v. K.
met beleefd verzoek om nadere informaties te nemen
omtrent \s heeren C h a m o t's geschiktheid.
Den heer CRAMERUS spijt het, dat door den heer
F e b e r getwijfeld is aan de oprechte meening van de
K'. v. K. in deze zaak. We hebben, aldus spreker, geen
vriendjes en ook geen vijanden en deze zaken worden
onpartijdig behandeld.
Het Ijgt volgens spreker voor de hand, dat de heer
C h a m o t als gesalarieerd inspecteur van de maat
schappij voor alle assurantiën d i e maatschappij in den
arm moet nemen. Dat de heer Chamot destijds een
aanbieding heeft gedaan van een Rotterdamsche firma,
komt alleen, doordat de maatschappij „De Nederlanden",
voorzoover spreker bekend, wegens het te groote risico
de partij n'bt wilde verzekeren. In zulk een geval is
hij wel gerechtigd, bij andere maatschappijen te gaan.
De heer Chamot voldoet niet aan het begrip „ma
kelaar", zooals door de wet bedoeld, d. i. een tusschen-
persoon, die zijn cliënten op de voordeeligste wijze ver
zekert. Mocht de benoeming geschieden, dan zou deze
toch ongeldig zijn, en de Rechtbank niet tot beëediging
overgaan. Spreker citeert nog een passage uit Mr. A s-
s e r's commentaar, waaruit volgens spreker voldoende
blijkt, dat een makelaar niet afhankelijk mag zijn.
De heer HORN IX zegt, dat de Kamer uit de verkla
ringen van den heer Chamot den indruk heeft ge-