y
y a.itA
21 SEPTEMBER 1918. 677
kregen dat hij afhankelijk was van „De Nederlanden"
en bovendien één der leden het van de maatschappij
zelve heeft gehoord. Nu de heeren, aldus spreker, ge
roken hebben, dat dit het cardinale punt was, waarop
de benoeming zou stranden, hebben ze tegenstrijdige
verklaringen afgelegd. Spreker hecht echter bet meest
aan de eerste.
De heer KANTERS deelt mee, dat hij een huis, dat
spreker had gekocht, en dat bij „De Nederlanden" ver
zekerd was, bij een andere maa'.schappVj wilde assu-
reeren de heer C h a m o t/hooft dit toen torbeurze
voraokord.
De heer FEBER verzoekt de zaak verder in geheime
zitting te behandelen.
De VOORZITTER schorst vervolgens de openbare
zitting.
Na heropening der zit.ing vraagt de VOORZITTER of
nog een der leden het woord verlangt.
De heer STULEMEIJER stelt voor bij een jurist en
een deskundige advies in te winnen omtrent de vraag,
of een persoon, die in dienst is van een zekere maat
schappij, volgens, volgens art. 65 van het Wetboek van
Koophandel tot makelaar kan worden benoemd. Spre
ker bedoelt het advies van een rech'sge'eerde en van
iemand, die op het gebied der makelarij reputatie ge
niet. De bedoeling is niet, aan het advies van de K.
v. K. te kort te doen, maar den Raad volledig in te
lichten vóór hij een beslissing neemt. Het voorstel be
oogt voorts niet alleen dezen makelaar, maar ook het
algemeene standpunt, in 't vervolg door den Raad in
te nemen, en heeft ook betrekking op benoemingen die
reeds hebben plaatsgegrepen.
De heer CERUTTI vraagt, welk advies waarde heeft,
wanneer zij tegensiriddig zijn.
A X e^c-v/e-, Ay £>/t^/ trr/f
9A