«82 21 SEPTEMBER 1918. De heer CRAMERUS zegt, dat het inderdaad een be denkelijk verschijnsel is, dat de gemeen Je zich gaat bemoeien met dergelijke zaken, doch de thans gevraag de prijzen maken een ingrijpen wel noodig. De prij zen, aan de veiling in Breda besleed, zijn veel hooger dan elders dit was voor spreker aanleiding, om te trachten, groenten van andere veilingen hierheen te halen, en aan het publiek aan te bieden. Spreker ge looft niet, dat de tegenwoordige groentehandelaren zoo zeer benadeeld worden, maar al zou dit zoo zijn, dan acht spreker het toch de taak van gemeente en Rijk, om dp prijzen van groenten, die voor de volksvoeding van zooveel belang zijn, laag te houden. De belangen van enkele handelaren staan toch niet zooveel hooger dan van de 30.000 andere gemeentenaren. Den heer Kantors vraagt spreker, welke artikelen nog meer zooveel duurder zijn geworden ze staan alle onder maximumprijzen. De angst van den wethouder Broos, dat men de handelaren in de toekomst zal moeten missen, deelt spreker niet als het bedrijf wordt stopgezet nemen al licht velen hun zaken weer on. Het is voorts wel degelijk de bedoeling, met eenige> winst te werken, er zal zooveel mogelijk getracht wor. den, zonder verlies te werken, waarin ligt opgesloten dat de bedoeling is eenige winst te maken, om de kost ten te dekken. Uit een oogpunt van werkverschaffing is het ook van belang. j De heer VAN IERSEL Er gaan er 40 op straat De heer CRAMERUS ontkent dit de liefhebberij,^ om groenten te verkoopen is groot op sprekers spreek uur loopt het storm van menschen, die aardappelen enz, verkoopen willen. Stopzetten van den uitvoer zou wel prijsdaling ten gevolge hebben, maar, zoolang de N. U. M. nog be-, staat gelooft spreker niet, dat pogingen in die richting kans van slagen hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 682