21 SEPTEMBER 1918. 683 Het voorstel beoogt maar een heel kleine proef, uit sluitend bedoeld, om de prijzen zoo mogelijk te druk ken. Het is niét de bedoeling er een groot bedrijf van te maken. De heer BOSSERS vraagt, of de groenten, op andere veilingen aangevoerd, zooveel goedkooper zijn, dat heft, met vervoerkosten erbij, nog voordeel oplevert. De duurte wordt niet zoozeer veroorzaakt door de op de veiling betaalde p/rijzen, maar door wat de tusschenhan- del neemt. De heer CRAMERUS heeft eenige ervaring in deze. Spreker heeft op andere veilingen laten koopen voor de Centrale Keuken tot beduidend lagere prijzen. Spreker gelooft ook, dat de oorzaak van de hooge prijzen op de Bredasche veiling zit in de aankoopen door de Zen- trale Einkaufstelle. De heer BOSSERS vraagt, aan wie de weihouder Cramerus de duurte toeschrijft, aan de tussehen- handelaren of de veilingen. De heer CRAMERUS Aan beide. De heer BOSSERS meent, dat de handelaren niet te snel en te gemakkelijk ge d moeten verdienen ten koste van anderen, die het niet kunnen betalen. Spreker is sterk vóór een proef, mits er voldoende marge is voor bonafide kleinhandelaren, niet voor hen, die het toe valligerwijze zijn geworden. De heer CRAMERUS wijst erop, dat de gemeente ook 2 cent winst geeft aan de verkoopers, dus loon uitbe taalt, terwijl de kleinhandelaren dit zelf in den zak steken. De heer BOSSERS vindt, dat er duidelijk gezegd moet worden, dat de gemeente winst zal maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 683