b. dat geen verandering worde gebracht in de gren
zen van het perceel
d. dat het benedengedeelte van het gebouw nimmer
geheel of gedeeltelijk tot woning worde ingericht
of gebruikt
h. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagtee-
kening van dit besluit, van de verleende onthef
fing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt
niet te zijn verleend
21 SEPTEMBER 1918.
693
nieuw ontheffing verzoekende van art. 14 der bouw
verordening voor deze gemeente, ten behoeve van de
verbouwing van het perceel aan de Tolbrugstraat no. 24.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de ge
zondheidscommissie en den waarnemend directeur van
openbare werken, a smede een voorstel van burgemees
ter en wethouders om de gevraagde ontheffing te ver-
leenen onder de voorwaarden, genoemd in een over
gelegd ontwerp-besluit.
De VOORZITTER deelt mede, dat de heer H u ij s-
kens is tegemoetgekomen aan de bezwaren, zoodat
het advies gunst'g luidt.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking heb
bende, wordt besloten aan adressant de gevraagde uit
zondering toe te staan onder de volgende voorwaarden:
a. dat vroeger verleende vergunningen op het ver
bod van art. 14 der bouwverordening worden in
getrokken
c. dat op de geheele open ruimte op de teekening
aangegeven, niets worde gebouwd of opgericht
e. dat voor goede ventilatie van de in te richten zaal
worde zorg gedragen
f. dat de beerput, nu liggende op de open plaats
en na de verbouwing in de zaal komende te lig
gen, daar worde verwijderd
g. dat ter voldoening aan art. 5 der woningwet eene
teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwver
ordening, aan burgemeester en wethouders ter
goedkeuring worde aangeboden