21 SEPTEMBER 1918.
697
De VOORZITTER wil er ook op wijzen, dat het ten
eerste een zeer speciaal werk is, waarvoor men beter
een deskundige kan raadplegen. Bovendien is er voor
den nieuwen directeur zooveel werk, dat hij niet in
korten tijd klaar zal komen.
De Heer STULEMEIJER merkt nog op, dat men in
een stad als Amsterdam, waar men de beste krachten
op bouwkundig gebied heeft, de uitbreiding van kleine
gedeelten nog laat ontwerpen door de architecten D e
Bazel, B e r 1 a g e e. a. Is het dan niet kleinzielig
vraagt spreker, om deze f 8000.te willen besparen,
waar het een nieuw stadsgedeelte betreft van van
de opperv lakte van Breda Men doet den nieuwen
directeur van gemeentewerken in 't minst niet tekort
dit speciale werk kan alleen goed gebeuren door
iemand, die het meermalen heeft gedaan. Voor verschil
lende gedeelten van het werk afzonderlijk is de direc
teur natuurlijk zeer goed berekend.
De heer ZIJLMANS meent, dat Amsterdam een bij
zondere reden kan hebben, om dergelijke opdrachten
te geven die reden is hier niet aanwezig, want er is
uitgemaakt, wat er op dat terrein moet komen.
Spreker noemt Arnhem, Delft, Deventer, Enschedé,
Haarlem, Hilversum, 's Hertogenbosch, Nijmegen en Til
burg als plaatsen, waar uitbreidingsplannen door ge
meentewerken zijn ontworpen.
De heer STULEMEIJER meent, dat een uitbreiding
met 70 H.A. wel een speciaal geval is, en dat men het
voor het nageslacht niet kan verantwoorden, een plan
daartoe te laten ontwerpen door iemand, die een heel
goed ingenieur kan zijn, maar op het gebied van ste
denbouw geen specialiteit het be'.reft een uitbreiding
in de richting van vóór 100 jaar en men bedenke eens,
aldus spreker, dat er maar één gedeelte is, dat een
beetje behoorlijk is opgevat.
De heer ZIJLMANS blijft bij zijn meening. Als de