21 OCTOBER 1918. 715 den boekhouder der licht- en waterbedrijven gedane kasopneming, waaruit blijkt, dat het saldo, met inbegrip van de waarborgkas der muntgasverbruikers, bedroeg f 17466.89, welk bedrag volgens de boeken in kas moest zijn. De VOORZITTER stelt voor, deze beide stukken voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 19. Circulaire van de gedeputeerde staten van Noordbrabant, d.d. 9 October 1918, G. n°. 276, daarbij verzoekende het gevoelen van den raad te mogen kennen in zake het voornemen van dat college om aan de burgemeesters, secretarissen en ontvangers een duurtetoeslag te verleenen ten bedrage van 20 °/0 van hetgeen aan jaarwedden wordt genoten tot en met f 3000.— en van 15 °/0 van hetgeen aan jaarwedden daarboven wordt genoten. Bij deze circulaire is gevoegd een adres met bijlagen van den gemeente secretaris, alsmede een ontwerp- antwoord van burgemeester en wethouders. De heer CERUTTI zou aan Gedep. Staten willen schrijven: „wat u doet is welgedaan", want ze slaan toch niet veel acht op het advies van den Raad. De heer HORNIX: Daarom is het nog niet welgedaan De VOORZITTER is het er mee eens, dat Ged. Staten hebben getoond niet veel rekening te houden met het advies van den Raad, maar acht het toch niet verstandig, heelemaai niet van advies te dienen geeft men advies, dan heeft men zijn plicht gedaan. De heer CERUTTI zou bij het schrijven willen op-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 715