716
21 OCTOBER 1918.
merken, dat van het door den gemeenteraad gegeven
advies 2/s niet is opgevolgd, zoodat de Raad niet erg
gelukkig is met zijn adviezen.
De VOORZITTER zegt, dat men het vertrouwen te
kennen kan geven, dat met dit advies meer rekening
zal worden gehouden dan den vorigen keer.
De heer ZIJLMANS heeft gelezen, dat in Zeeland
door Ged. Staten wel degelijk rekening ordt gehouden
met de groote gemeenten: vanwaar dat verschil in
deze tusschen de provincies? Breda mag zich toch ook
wel rekenen onder de groote gemeenten van Noord
brabant.
De VOORZITTER antwoordt, dat in dit opzicht iedere
provincie autonoom isin Zeeland is pas een nieuwe
regeling in het leven geroepen, waarbij aan grootere
gemeenten eenige vrijheid wordt gegeven ten opzichte
van de vaststelling der salarissen.
De heer HORNIX vraagt, wat eigenlijk het daad.
werkelijk gevolg is van de aanneming van dit punt
De VOORZITTER antwoordt, dat het geen direct
gevolg heeft: het is alleen een vingerwijzing van den
Raad aan Ged.. Staten, waarmee ze rekening kunnen,
maar niet behoeven te houden.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu
het overgelegde ontwerp-antwoord goedgekeurd,
met inachtneming van de toevoeging door
den heer Cerutti voorgesteld.
20. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij voorstellende de begrooting van de gasfabriek
voor het dienstjaar 1918 te wijzigen in verband met
de uitbreiding der muntgasleidingen.