21 OCTOBER 1918.
719
b. eene gratificatie in eens van f 750.voor de
waarneming van den dienst van den directeur
van openbare werken over 1916/17.
Zonder bedenking wordt gemeld voorstel
goedgekeurd.
23. Schrijven van burgemeester en wethouders,
betreffende de toekenning eener belooning aan den
ambtenaar, aangewezen ter uitbetaling van de pensioenen
der gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen,
gepensionneerd krachtens de pensioenwetten van 1913,
luidende als volgt:
„Bij de behandeling van het 3de rapport der salaris-
commissie kwam mede ter tafel een voorstel van Uw
„medelid, den heer F e b e r, om de jaarlij ksche vergoeding,
„die de administrateur van het gemeentelijk pensioen
„fonds geniet, te brengen op f 500,— in plaats an op
„f250,zooals door de commissie was voorgesteld.
„De heer F e b e r grondt dit voorstel op de overweging,
„dat, behalve de werkzaamheden, welke aan het
„administrateurschap zijn verbonden, aan die functie nog
„andere werkzaamheden vast zitten, waarvoor geen
„enkele vergoeding wordt toegekend, n.l. die van
„ambtenaar, belast met de uitbetaling der krachtens
„de pensioenwetten 1913 verleende pensioenen.
„In verband hiermede werd de regeling der bezoldiging
„van den administrateur van het pensioenfonds aange
houden.
„Het wil ons voorkomen, dat eene belooning van
„f 100,als administrateur van het pensioenfonds
„een voldoende renumeratie kan genoemd worden voor
„de werkzaamheden aan die functie verbonden.
„Iets anders is het echter, dat dezelfde titularis, die
a. te rekenen van 1 Januari 1918 eene jaar lij ksche
personeele toelage van f 750.en