722
21 OCTOBER 1918.
stemming gebracht, waarbij 8 leden zich vóór en
8 leden zich tegen verklaarden.
Vóórstemden de heeren Kluft, Smits, Hornix, Bom,
Feber, Kanters, van Dijk en van den Biggelaar;
Tegen waren de heeren B o g m a ns, M o 11, C r a m e r u s,
Lijdsman, Broos, Zijlmans, Bossers en Bogaardt.
De heer CERUTTI was bij deze stemming afwezig.
Op grond, dat de stemmen hebben gestaakt
en de raad niet voltallig is, wordt het voorstel
tot eene volgende vergadering aangehouden.
De heer BOSSERS terugkomende op het voorstel
onder punt 21 der agenda herinnert eraan, dat bij de
laatste salarisherziening de Geneeskundige Dienst met
het oog op de reorganisatie niet is behandeld. Wanneer
nu de vroedvrouwen verhooging krijgen, moeten de
stadsgeneesheeren, die op een veel te laag loon staan,
het ook hebben. Spreker is vóór dit voorstel, maar
wil B. en W. aanraden den volgenden keer ook een
salarisverhooging voor de geneeskundigen voor te
stellen.
De heer CRAMERUS deelt mede, dat binnen niet
al te langen tijd het plan van de Commissie zal wor
den ingezonden.
Het ligt in de bedoeling de gemeentegeneesheeren
in de toekomst een andere functie toe te denken,
waarvoor ook een heel ander salaris zal moeten worden
vastgesteld.
Spr. wijst er verder op, dat de vroedvrouwen
moeten leven van hetgeen zij aan de gemeente ver
dienen: het is dus urgent dat te regelen: vandaar
deze tijdelijke regeling.