28 Januari 1918.
(Voortzetting).
Tegenwoordig de heeren A. W. ZIJLMANS, C. J.
KLUFT, F. F. X. CERüTTI, dr. P. A. BOSSERS.
F. A. M. J. SMITS, P. G. GRUIJS, C. Th. BOGMANS,
II. J. H. IIORNIX, H. J. MOLL, J. C. CRAMERUS,
J. LI.JDSMAN, C. J. A. BROOS., W. J. H. FEBER.
W, II. BOGAARDT, C. P. A. KANTERS, A. VAN
BAVEL, C. L. STULEMEIJER, Th. J. A. VAN DIJK.
en P. VAN DEN BIGGELAAR.
Afwezig de heeren A. C. BOM en A. J. M. VAN
IERSEL.
Voorzitter de heer mr. E. O. J. M. BARON VAN
HÖVELL TOT WEST ER FLIER, burgemeester.
Secretaris de heer II. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER heropent de geschorste vergade
ring en stelt aan de orde.
A. Ingekomen stukken.
29. Rapporten van het Nederlandsch accountants
kantoor onder directie van J. J. M. II. N ij s t te Nij
megen, betreffende het onderzoek naar den toestand
van het levensmiddel enbedrijf, met de daarop door J.
van der Laan verstrekte inlichtingen.
De VOORZITTER stelt deze zaak aan de orde.
De heer ZIJLMANS zegt, dat het rapport niet veel
licht geeft het gaat uit van veronderstellingen en
bevat weinig positiefs. Op bladz. 4 komt eein post voor
wegens salartssen, drukwerken en bureaubehoeften,
evenzoo op bladz. 9. Spreker meent, dat die post ook